Modelo WEVEN (tejer)

El modelo weven (tejer) pertenece a los verbos débiles o regulares que tienen una –e y una –v en la raíz. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales. En la mayoría de personas cambian la –e de la raíz por la –ee doble y la –v de la raíz por –f. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. Es una conjugación mixta porque el participio pasado se forma igual que el de los verbos fuertes:

WEVEN (tejer)

INDICATIVO
Presente Perfecto Pretérito
Pluscuamperfecto

ik weef

jij weeft

hij weeft

wij weven

jullie weven

zij weven

ik heb geweven

jij hebt geweven

hij heeft geweven

wij hebben geweven

jullie hebben geweven

zij hebben geweven

ik weefde

jij weefde

hij weefde

wij weefden

jullie weefden

zij weefden

ik had geweven

jij had geweven

hij had geweven

wij hadden geweven

jullie hadden geweven

zij hadden geweven

Futuro
Futuro perfecto CONDICIONAL

ik zal weven

jij zal weven

hij zal weven

wij zullen weven

jullie zullen weven

zij zullen weven

ik zal geweven hebben

jij zal geweven hebben

hij zal geweven hebben

wij zullen geweven hebben

jullie zullen geweven hebben

zij zullen geweven hebben

Presente Pasado

ik zou weven

jij zou weven

hij zou weven

wij zouden weven

jullie zouden weven

zij zouden weven

ik zou geweven hebben

jij zou geweven hebben

hij zou geweven hebben

wij zouden geweven hebben

jullie zouden geweven hebben

zij zouden geweven hebben

PARTICIPIO
IMPERATIVO INFINITIVO Presente Pasado

weef

weven

wevend

geweven

Libros relacionados



Deja un comentario