Modelo VERZWELGEN (tragar)
El modelo verzwelgen (tragar) pertenece a los verbos fuertes o irregulares de la clase III (el cambio de vocal es e – o – o) que tienen un prefijo no separable. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico:
VERZWELGEN (tragar) |
|||
|---|---|---|---|
| INDICATIVO | |||
| Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik verzwelg jij verzwelgt hij verzwelgt wij verzwelgen jullie verzwelgen zij verzwelgen |
ik heb verzwolgen jij hebt verzwolgen hij heeft verzwolgen wij hebben verzwolgen jullie hebben verzwolgen zij hebben verzwolgen |
ik verzwolg jij verzwolg hij verzwolg wij verzwolgen jullie verzwolgen zij verzwolgen |
ik had verzwolgen jij had verzwolgen hij had verzwolgen wij hadden verzwolgen jullie hadden verzwolgen zij hadden verzwolgen |
| Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal verzwelgen jij zal verzwelgen hij zal verzwelgen wij zullen verzwelgen jullie zullen verzwelgen zij zullen verzwelgen |
ik zal verzwolgen hebben jij zal verzwolgen hebben hij zal verzwolgen hebben wij zullen verzwolgen hebben jullie zullen verzwolgen hebben zij zullen verzwolgen hebben |
Presente | Pasado |
ik zou verzwelgen jij zou verzwelgen hij zou verzwelgen wij zouden verzwelgen jullie zouden verzwelgen zij zouden verzwelgen |
ik zou verzwolgen hebben jij zou verzwolgen hebben hij zou verzwolgen hebben wij zouden verzwolgen hebben jullie zouden verzwolgen hebben zij zouden verzwolgen hebben |
||
| PARTICIPIO | |||
| IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
verzwelg |
verzwelgen |
verzwelgend |
verzwolgen |
Libros relacionados
