Modelo VERLIEZEN (perder)
El modelo verliezen (perder) pertenece a los verbos fuertes o irregulares con prefijo inseparable de la clase II (el cambio de vocal es ie – oo – o) acabados en –z, por lo que cambia a –s en la mayoría de personas del presente (el pasado es irregular). Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico:
VERLIEZEN (perder) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik verlies jij verliest hij verliest wij verliezen jullie verliezen zij verliezen |
ik heb verloren jij hebt verloren hij heeft verloren wij hebben verloren jullie hebben verloren zij hebben verloren |
ik verloor jij verloor hij verloor wij verloren jullie verloren zij verloren |
ik had verloren jij had verloren hij had verloren wij hadden verloren jullie hadden verloren zij hadden verloren |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal verliezen jij zal verliezen hij zal verliezen wij zullen verliezen jullie zullen verliezen zij zullen verliezen |
ik zal verloren hebben jij zal verloren hebben hij zal verloren hebben wij zullen verloren hebben jullie zullen verloren hebben zij zullen verloren hebben |
Presente | Pasado |
ik zou verliezen jij zou verliezen hij zou verliezen wij zouden verliezen jullie zouden verliezen zij zouden verliezen |
ik zou verloren hebben jij zou verloren hebben hij zou verloren hebben wij zouden verloren hebben jullie zouden verloren hebben zij zouden verloren hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
verlies |
verliezen |
verliezend |
verloren |
Libros relacionados