Modelo VERHELEN (ocultar)
El modelo verhelen (ocultar) pertenece a los verbos débiles o regulares con prefijo inseparable que tienen una –e en la raíz. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales. En la mayoría de personas cambian la –e de la raíz por la –ee doble. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. Es una conjugación mixta porque el participio pasado se forma igual que el de los verbos fuertes, aunque en este caso cambia la –e por una –o en la raíz del verbo:
VERHELEN (ocultar) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik verheel jij verheelt hij verheelt wij verhelen jullie verhelen zij verhelen |
ik heb verholen jij hebt verholen hij heeft verholen wij hebben verholen jullie hebben verholen zij hebben verholen |
ik verheelde jij verheelde hij verheelde wij verheelden jullie verheelden zij verheelden |
ik had verholen jij had verholen hij had verholen wij hadden verholen jullie hadden verholen zij hadden verholen |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal verhelen jij zal verhelen hij zal verhelen wij zullen verhelen jullie zullen verhelen zij zullen verhelen |
ik zal verholen hebben jij zal verholen hebben hij zal verholen hebben wij zullen verholen hebben jullie zullen verholen hebben zij zullen verholen hebben |
Presente | Pasado |
ik zou verhelen jij zou verhelen hij zou verhelen wij zouden verhelen jullie zouden verhelen zij zouden verhelen |
ik zou verholen hebben jij zou verholen hebben hij zou verholen hebben wij zouden verholen hebben jullie zouden verholen hebben zij zouden verholen hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
verheel |
verhelen |
verhelend |
verholen |
Libros relacionados