Modelo VERHALEN (contar)

El modelo verhalen (contar) pertenece a los verbos débiles o regulares prefijados. La vocal –a de la raíz pasa a –aa en el singular del presente de indicativo, en el imperativo, en el pasado y en el participio pasado. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. El participio pasado no añade el prefijo ge-, solo la desinencia –d final:

VERHALEN (contar)

INDICATIVO
Presente Perfecto Pretérito
Pluscuamperfecto

ik verhaal

jij verhaalt

hij verhaalt

wij verhalen

jullie verhalen

zij verhalen

ik heb verhaald

jij hebt verhaald

hij heeft verhaald

wij hebben verhaald

jullie hebben verhaald

zij hebben verhaald

ik verhaalde

jij verhaalde

hij verhaalde

wij verhaalden

jullie verhaalden

zij verhaalden

ik had verhaald

jij had verhaald

hij had verhaald

wij hadden verhaald

jullie hadden verhaald

zij hadden verhaald

Futuro
Futuro perfecto CONDICIONAL

ik zal verhalen

jij zal verhalen

hij zal verhalen

wij zullen verhalen

jullie zullen verhalen

zij zullen verhalen

ik zal verhaald hebben

jij zal verhaald hebben

hij zal verhaald hebben

wij zullen verhaald hebben

jullie zullen verhaald hebben

zij zullen verhaald hebben

Presente Pasado

ik zou verhalen

jij zou verhalen

hij zou verhalen

wij zouden verhalen

jullie zouden verhalen

zij zouden verhalen

ik zou verhaald hebben

jij zou verhaald hebben

hij zou verhaald hebben

wij zouden verhaald hebben

jullie zouden verhaald hebben

zij zouden verhaald hebben

PARTICIPIO
IMPERATIVO INFINITIVO Presente Pasado

verhaal

verhalen

verhalend

verhaald

Libros relacionados

WordPress Image Gallery Plugin


Deja un comentario