Modelo VEREISEN (requerir)

El modelo vereisen (requerir) pertenece a los verbos débiles o regulares prefijados. Utilizan la desinencia –te para formar el pasado. El participio pasado no añade el prefijo ge-, solo la desinencia –t final:

VEREISEN (requerir)

INDICATIVO
Presente Perfecto Pretérito
Pluscuamperfecto

ik vereis

jij vereist

hij vereist

wij vereisen

jullie vereisen

zij vereisen

ik heb vereist

jij hebt vereist

hij heeft vereist

wij hebben vereist

jullie hebben vereist

zij hebben vereist

ik vereiste

jij vereiste

hij vereiste

wij vereisten

jullie vereisten

zij vereisten

ik had vereist

jij had vereist

hij had vereist

wij hadden vereist

jullie hadden vereist

zij hadden vereist

Futuro
Futuro perfecto CONDICIONAL

ik zal vereisen

jij zal vereisen

hij zal vereisen

wij zullen vereisen

jullie zullen vereisen

zij zullen vereisen

ik zal vereist hebben

jij zal vereist hebben

hij zal vereist hebben

wij zullen vereist hebben

jullie zullen vereist hebben

zij zullen vereist hebben

Presente Pasado

ik zou vereisen

jij zou vereisen

hij zou vereisen

wij zouden vereisen

jullie zouden vereisen

zij zouden vereisen

ik zou vereist hebben

jij zou vereist hebben

hij zou vereist hebben

wij zouden vereist hebben

jullie zouden vereist hebben

zij zouden vereist hebben

PARTICIPIO
IMPERATIVO INFINITIVO Presente Pasado

vereis

vereisen

vereisend

vereist

Libros relacionados

WordPress Image Gallery Plugin


Deja un comentario