Modelo STAAN (estar)
El modelo staan (estar) pertenece a los verbos irregulares (el cambio de vocal es aa – o – aa). Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico. En las primeras personas del singular del presente y en el imperativo duplica la vocal de la raíz:
STAAN (estar) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik sta jij staat hij staat wij staan jullie staan zij staan |
ik heb gestaan jij hebt gestaan hij heeft gestaan wij hebben gestaan jullie hebben gestaan zij hebben gestaan |
ik stond jij stond hij stond wij stonden jullie stonden zij stonden |
ik had gestaan jij had gestaan hij had gestaan wij hadden gestaan jullie hadden gestaan zij hadden gestaan |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal staan jij zal staan hij zal staan wij zullen staan jullie zullen staan zij zullen staan |
ik zal gestaan hebben jij zal gestaan hebben hij zal gestaan hebben wij zullen gestaan hebben jullie zullen gestaan hebben zij zullen gestaan hebben |
Presente | Pasado |
ik zou staan jij zou staan hij zou staan wij zouden staan jullie zouden staan zij zouden staan |
ik zou gestaan hebben jij zou gestaan hebben hij zou gestaan hebben wij zouden gestaan hebben jullie zouden gestaan hebben zij zouden gestaan hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
sta |
staan |
staand |
gestaan |
Libros relacionados
WordPress Image Gallery Plugin