Modelo SPANNEN (apretar)

El modelo spannen (apretar) pertenece a los verbos débiles o regulares con una doble consonante en el infinitivo. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales sin ningún cambio, excepto la mayoría de personas del presente y del pasado, que cambian la doble consonante por una sola. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. Es una conjugación mixta porque el participio pasado se forma igual que el de los verbos fuertes:

SPANNEN (apretar)

INDICATIVO
Presente Perfecto Pretérito
Pluscuamperfecto

ik span

jij spant

hij spant

wij spannen

jullie spannen

zij spannen

ik heb gespannen

jij hebt gespannen

hij heeft gespannen

wij hebben gespannen

jullie hebben gespannen

zij hebben gespannen

ik spande

jij spande

hij spande

wij spanden

jullie spanden

zij spanden

ik had gespannen

jij had gespannen

hij had gespannen

wij hadden gespannen

jullie hadden gespannen

zij hadden gespannen

Futuro
Futuro perfecto CONDICIONAL

ik zal spannen

jij zal spannen

hij zal spannen

wij zullen spannen

jullie zullen spannen

zij zullen spannen

ik zal gespannen hebben

jij zal gespannen hebben

hij zal gespannen hebben

wij zullen gespannen hebben

jullie zullen gespannen hebben

zij zullen gespannen hebben

Presente Pasado

ik zou spannen

jij zou spannen

hij zou spannen

wij zouden spannen

jullie zouden spannen

zij zouden spannen

ik zou gespannen hebben

jij zou gespannen hebben

hij zou gespannen hebben

wij zouden gespannen hebben

jullie zouden gespannen hebben

zij zouden gespannen hebben

PARTICIPIO
IMPERATIVO INFINITIVO Presente Pasado

span

spannen

spannend

gespannen

Libros relacionados

WordPress Image Gallery Plugin


Deja un comentario