Modelo SLAPEN (dormir)

El modelo slapen (dormir) pertenece a los verbos fuertes o irregulares de la clase VII (el cambio de vocal es a – ie – a). Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico. En el presente e imperativo cambian la –a de la raíz por una doble –aa:

SLAPEN (dormir)

INDICATIVO
Presente Perfecto Pretérito
Pluscuamperfecto

ik slaap

jij slaapt

hij slaapt

wij slapen

jullie slapen

zij slapen

ik heb geslapen

jij hebt geslapen

hij heeft geslapen

wij hebben geslapen

jullie hebben geslapen

zij hebben geslapen

ik sliep

jij sliep

hij sliep

wij sliepen

jullie sliepen

zij sliepen

ik had geslapen

jij had geslapen

hij had geslapen

wij hadden geslapen

jullie hadden geslapen

zij hadden geslapen

Futuro
Futuro perfecto CONDICIONAL

ik zal slapen

jij zal slapen

hij zal slapen

wij zullen slapen

jullie zullen slapen

zij zullen slapen

ik zal geslapen hebben

jij zal geslapen hebben

hij zal geslapen hebben

wij zullen geslapen hebben

jullie zullen geslapen hebben

zij zullen geslapen hebben

Presente Pasado

ik zou slapen

jij zou slapen

hij zou slapen

wij zouden slapen

jullie zouden slapen

zij zouden slapen

ik zou geslapen hebben

jij zou geslapen hebben

hij zou geslapen hebben

wij zouden geslapen hebben

jullie zouden geslapen hebben

zij zouden geslapen hebben

PARTICIPIO
IMPERATIVO INFINITIVO Presente Pasado

slaap

slapen

slapend

geslapen

Libros relacionados



Deja un comentario