Modelo RUZIËN (discutir)

El modelo ruziën (discutir) pertenece a los verbos débiles o regulares acabados en –ën. Estos verbos mantienen la –ë del infinitivo en el plural del presente y en el participio presente (en todas las demás personas y tiempos elimina la diéresis de la vocal). También utilizan la desinencia –de para formar el pasado:

RUZIËN (discutir)

INDICATIVO
Presente Perfecto Pretérito
Pluscuamperfecto

ik ruzie

jij ruziet

hij ruziet

wij ruziën

jullie ruziën

zij ruziën

ik heb geruzied

jij hebt geruzied

hij heeft geruzied

wij hebben geruzied

jullie hebben geruzied

zij hebben geruzied

ik ruziede

jij ruziede

hij ruziede

wij ruzieden

jullie ruzieden

zij ruzieden

ik had geruzied

jij had geruzied

hij had geruzied

wij hadden geruzied

jullie hadden geruzied

zij hadden geruzied

Futuro
Futuro perfecto CONDICIONAL

ik zal ruziën

jij zal ruziën

hij zal ruziën

wij zullen ruziën

jullie zullen ruziën

zij zullen ruziën

ik zal geruzied hebben

jij zal geruzied hebben

hij zal geruzied hebben

wij zullen geruzied hebben

jullie zullen geruzied hebben

zij zullen geruzied hebben

Presente Pasado

ik zou ruziën

jij zou ruziën

hij zou ruziën

wij zouden ruziën

jullie zouden ruziën

zij zouden ruziën

ik zou geruzied hebben

jij zou geruzied hebben

hij zou geruzied hebben

wij zouden geruzied hebben

jullie zouden geruzied hebben

zij zouden geruzied hebben

PARTICIPIO
IMPERATIVO INFINITIVO Presente Pasado

ruzie

ruziën

ruziënd

geruzied

Libros relacionados



Deja un comentario