Modelo RAMEN (estimar)
El modelo ramen (estimar) pertenece a los verbos débiles o regulares. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales sin ningún cambio. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. Además, la vocal –a de la raíz se transforma en –aa en toda la conjugación excepto en el plural del presente de indicativo, el infinitivo y el participio presente:
RAMEN (estimar) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik raam jij raamt hij raamt wij ramen jullie ramen zij ramen |
ik heb geraamd jij hebt geraamd hij heeft geraamd wij hebben geraamd jullie hebben geraamd zij hebben geraamd |
ik raamde jij raamde hij raamde wij raamden jullie raamden zij raamden |
ik had geraamd jij had geraamd hij had geraamd wij hadden geraamd jullie hadden geraamd zij hadden geraamd |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal ramen jij zal ramen hij zal ramen wij zullen ramen jullie zullen ramen zij zullen ramen |
ik zal geraamd hebben jij zal geraamd hebben hij zal geraamd hebben wij zullen geraamd hebben jullie zullen geraamd hebben zij zullen geraamd hebben |
Presente | Pasado |
ik zou ramen jij zou ramen hij zou ramen wij zouden ramen jullie zouden ramen zij zouden ramen |
ik zou geraamd hebben jij zou geraamd hebben hij zou geraamd hebben wij zouden geraamd hebben jullie zouden geraamd hebben zij zouden geraamd hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
raam |
ramen |
ramend |
geraamd |
Libros relacionados