Modelo PLEGEN (soler)
El modelo plegen (soler) pertenece a los verbos irregulares (el cambio de vocal es e – a – a). Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico. En las primeras personas del singular del presente y en el imperativo duplica la vocal de la raíz:
PLEGEN (soler) |
|||
|---|---|---|---|
| INDICATIVO | |||
| Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik pleeg jij pleegt hij pleegt wij plegen jullie plegen zij plegen |
ik heb geplacht jij hebt geplacht hij heeft geplacht wij hebben geplacht jullie hebben geplacht zij hebben geplacht |
ik placht jij placht hij placht wij plachten jullie plachten zij plachten |
ik had geplacht jij had geplacht hij had geplacht wij hadden geplacht jullie hadden geplacht zij hadden geplacht |
| Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal plegen jij zal plegen hij zal plegen wij zullen plegen jullie zullen plegen zij zullen plegen |
ik zal geplacht hebben jij zal geplacht hebben hij zal geplacht hebben wij zullen geplacht hebben jullie zullen geplacht hebben zij zullen geplacht hebben |
Presente | Pasado |
ik zou plegen jij zou plegen hij zou plegen wij zouden plegen jullie zouden plegen zij zouden plegen |
ik zou geplacht hebben jij zou geplacht hebben hij zou geplacht hebben wij zouden geplacht hebben jullie zouden geplacht hebben zij zouden geplacht hebben |
||
| PARTICIPIO | |||
| IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
pleeg |
plegen |
plegend |
geplacht |
Libros relacionados
