Modelo PEZEN (correr)

El modelo pezen (correr) pertenece a los verbos débiles o regulares cuya raíz acaba en –z. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales sin ningún cambio. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. Además, la vocal –e de la raíz se transforma en –ee en toda la conjugación excepto en el plural del presente de indicativo, el infinitivo y el participio presente. La consonante –z de la raíz se transforma en –s en toda la conjugación excepto en el plural del presente de indicativo, el infinitivo y el participio presente:

PEZEN (correr)

INDICATIVO
Presente Perfecto Pretérito
Pluscuamperfecto

ik pees

jij peest

hij peest

wij pezen

jullie pezen

zij pezen

ik heb gepeesd

jij hebt gepeesd

hij heeft gepeesd

wij hebben gepeesd

jullie hebben gepeesd

zij hebben gepeesd

ik peesde

jij peesde

hij peesde

wij peesden

jullie peesden

zij peesden

ik had gepeesd

jij had gepeesd

hij had gepeesd

wij hadden gepeesd

jullie hadden gepeesd

zij hadden gepeesd

Futuro
Futuro perfecto CONDICIONAL

ik zal pezen

jij zal pezen

hij zal pezen

wij zullen pezen

jullie zullen pezen

zij zullen pezen

ik zal gepeesd hebben

jij zal gepeesd hebben

hij zal gepeesd hebben

wij zullen gepeesd hebben

jullie zullen gepeesd hebben

zij zullen gepeesd hebben

Presente Pasado

ik zou pezen

jij zou pezen

hij zou pezen

wij zouden pezen

jullie zouden pezen

zij zouden pezen

ik zou gepeesd hebben

jij zou gepeesd hebben

hij zou gepeesd hebben

wij zouden gepeesd hebben

jullie zouden gepeesd hebben

zij zouden gepeesd hebben

PARTICIPIO
IMPERATIVO INFINITIVO Presente Pasado

pees

pezen

pezend

gepeesd

Libros relacionados



Deja un comentario