Modelo OVERHALEN (convencer)
El modelo overhalen (convencer) pertenece a los verbos débiles o regulares que tienen un prefijo separable. Estos verbos cambian la vocal de la raíz –a por la doble –aa en la mayoría de personas. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. El prefijo se separa del verbo en presente y pasado en una oración principal, pero una oración subordinada permanecen unidos. La desinencia ge– del participio se une entre el prefijo separable y la raíz verbal:
OVERHALEN (convencer) |
|||
|---|---|---|---|
| INDICATIVO | |||
| Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik haal over jij haalt over hij haalt over wij halen over jullie halen over zij halen over |
ik heb overgehaald jij hebt overgehaald hij heeft overgehaald wij hebben overgehaald jullie hebben overgehaald zij hebben overgehaald |
ik haalde over jij haalde over hij haalde over wij haalden over jullie haalden over zij haalden over |
ik had overgehaald jij had overgehaald hij had overgehaald wij hadden overgehaald jullie hadden overgehaald zij hadden overgehaald |
| Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal overhalen jij zal overhalen hij zal overhalen wij zullen overhalen jullie zullen overhalen zij zullen overhalen |
ik zal overgehaald hebben jij zal overgehaald hebben hij zal overgehaald hebben wij zullen overgehaald hebben jullie zullen overgehaald hebben zij zullen overgehaald hebben |
Presente | Pasado |
ik zou overhalen jij zou overhalen hij zou overhalen wij zouden overhalen jullie zouden overhalen zij zouden overhalen |
ik zou overgehaald hebben jij zou overgehaald hebben hij zou overgehaald hebben wij zouden overgehaald hebben jullie zouden overgehaald hebben zij zouden overgehaald hebben |
||
| PARTICIPIO | |||
| IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
haal over |
overhalen |
overhalend |
overgehaald |
Libros relacionados
