Modelo OPBERGEN (guardar)
El modelo opbergen (guardar) pertenece a los verbos fuertes o irregulares de la clase III (el cambio de vocal es e – o – o) con prefijo separable. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico:
OPBERGEN (guardar) |
|||
|---|---|---|---|
| INDICATIVO | |||
| Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik berg op jij bergt op hij bergt op wij bergen op jullie bergen op zij bergen op |
ik heb opgeborgen jij hebt opgeborgen hij heeft opgeborgen wij hebben opgeborgen jullie hebben opgeborgen zij hebben opgeborgen |
ik borg op jij borg op hij borg op wij borgen op jullie borgen op zij borgen op |
ik had opgeborgen jij had opgeborgen hij had opgeborgen wij hadden opgeborgen jullie hadden opgeborgen zij hadden opgeborgen |
| Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal opbergen jij zal opbergen hij zal opbergen wij zullen opbergen jullie zullen opbergen zij zullen opbergen |
ik zal opgeborgen hebben jij zal opgeborgen hebben hij zal opgeborgen hebben wij zullen opgeborgen hebben jullie zullen opgeborgen hebben zij zullen opgeborgen hebben |
Presente | Pasado |
ik zou opbergen jij zou opbergen hij zou opbergen wij zouden opbergen jullie zouden opbergen zij zouden opbergen |
ik zou opgeborgen hebben jij zou opgeborgen hebben hij zou opgeborgen hebben wij zouden opgeborgen hebben jullie zouden opgeborgen hebben zij zouden opgeborgen hebben |
||
| PARTICIPIO | |||
| IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
berg op |
opbergen |
opbergend |
opgeborgen |
Libros relacionados
