Modelo KNEUZEN (magullar)
El modelo kneuzen (magullar) pertenece a los verbos débiles o regulares cuya raíz termina en –z. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales sin ningún cambio. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. Además, la consonante –z de la raíz se transforma en –s en toda la conjugación excepto en el plural del presente de indicativo, el infinitivo y el participio presente:
KNEUZEN (magullar) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik kneus jij kneust hij kneust wij kneuzen jullie kneuzen zij kneuzen |
ik heb gekneusd jij hebt gekneusd hij heeft gekneusd wij hebben gekneusd jullie hebben gekneusd zij hebben gekneusd |
ik kneusde jij kneusde hij kneusde wij kneusden jullie kneusden zij kneusden |
ik had gekneusd jij had gekneusd hij had gekneusd wij hadden gekneusd jullie hadden gekneusd zij hadden gekneusd |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal kneuzen jij zal kneuzen hij zal kneuzen wij zullen kneuzen jullie zullen kneuzen zij zullen kneuzen |
ik zal gekneusd hebben jij zal gekneusd hebben hij zal gekneusd hebben wij zullen gekneusd hebben jullie zullen gekneusd hebben zij zullen gekneusd hebben |
Presente | Pasado |
ik zou kneuzen jij zou kneuzen hij zou kneuzen wij zouden kneuzen jullie zouden kneuzen zij zouden kneuzen |
ik zou gekneusd hebben jij zou gekneusd hebben hij zou gekneusd hebben wij zouden gekneusd hebben jullie zouden gekneusd hebben zij zouden gekneusd hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
kneus |
kneuzen |
kneuzend |
gekneusd |
Libros relacionados