Modelo KLUIVEN (roer)
El modelo kluiven (roer) pertenece a los verbos fuertes o irregulares de la clase II (el cambio de vocal es ui – oo – o) acabados en –v, por lo que cambia a –f en la mayoría de personas del presente y pasado. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico:
KLUIVEN (roer) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik kluif jij kluift hij kluift wij kluiven jullie kluiven zij kluiven |
ik heb gekloven jij hebt gekloven hij heeft gekloven wij hebben gekloven jullie hebben gekloven zij hebben gekloven |
ik kloof jij kloof hij kloof wij kloven jullie kloven zij kloven |
ik had gekloven jij had gekloven hij had gekloven wij hadden gekloven jullie hadden gekloven zij hadden gekloven |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal kluiven jij zal kluiven hij zal kluiven wij zullen kluiven jullie zullen kluiven zij zullen kluiven |
ik zal gekloven hebben jij zal gekloven hebben hij zal gekloven hebben wij zullen gekloven hebben jullie zullen gekloven hebben zij zullen gekloven hebben |
Presente | Pasado |
ik zou kluiven jij zou kluiven hij zou kluiven wij zouden kluiven jullie zouden kluiven zij zouden kluiven |
ik zou gekloven hebben jij zou gekloven hebben hij zou gekloven hebben wij zouden gekloven hebben jullie zouden gekloven hebben zij zouden gekloven hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
kluif |
kluiven |
kluivend |
gekloven |
Libros relacionados