Modelo HOREN (oír)

El modelo horen (oír) pertenece a los verbos débiles o regulares. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales sin ningún cambio. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. Además, la vocal –o de la raíz se transforma en –oo en toda la conjugación excepto en el plural del presente de indicativo, el infinitivo y el participio presente:

HOREN (oír)

INDICATIVO
Presente Perfecto Pretérito
Pluscuamperfecto

ik hoor

jij hoort

hij hoort

wij horen

jullie horen

zij horen

ik heb gehoord

jij hebt gehoord

hij heeft gehoord

wij hebben gehoord

jullie hebben gehoord

zij hebben gehoord

ik hoorde

jij hoorde

hij hoorde

wij hoorden

jullie hoorden

zij hoorden

ik had gehoord

jij had gehoord

hij had gehoord

wij hadden gehoord

jullie hadden gehoord

zij hadden gehoord

Futuro
Futuro perfecto CONDICIONAL

ik zal horen

jij zal horen

hij zal horen

wij zullen horen

jullie zullen horen

zij zullen horen

ik zal gehoord hebben

jij zal gehoord hebben

hij zal gehoord hebben

wij zullen gehoord hebben

jullie zullen gehoord hebben

zij zullen gehoord hebben

Presente Pasado

ik zou horen

jij zou horen

hij zou horen

wij zouden horen

jullie zouden horen

zij zouden horen

ik zou gehoord hebben

jij zou gehoord hebben

hij zou gehoord hebben

wij zouden gehoord hebben

jullie zouden gehoord hebben

zij zouden gehoord hebben

PARTICIPIO
IMPERATIVO INFINITIVO Presente Pasado

hoor

horen

horend

gehoord

Libros relacionados

WordPress Image Gallery Plugin


Deja un comentario