Modelo HERLEVEN (resurgir)
El modelo herleven (resurgir) pertenece a los verbos débiles o regulares con prefijo inseparable cuya raíz acaba en –v. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales sin ningún cambio. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. Además, la vocal –e de la raíz se transforma en –ee en toda la conjugación excepto en el plural del presente de indicativo, el infinitivo y el participio presente. La consonante –v de la raíz se transforma en –f en toda la conjugación excepto en el plural del presente de indicativo, el infinitivo y el participio presente:
HERLEVEN (resurgir) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik herleef jij herleeft hij herleeft wij herleven jullie herleven zij herleven |
ik heb herleefd jij hebt herleefd hij heeft herleefd wij hebben herleefd jullie hebben herleefd zij hebben herleefd |
ik herleefde jij herleefde hij herleefde wij herleefden jullie herleefden zij herleefden |
ik had herleefd jij had herleefd hij had herleefd wij hadden herleefd jullie hadden herleefd zij hadden herleefd |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal herleven jij zal herleven hij zal herleven wij zullen herleven jullie zullen herleven zij zullen herleven |
ik zal herleefd hebben jij zal herleefd hebben hij zal herleefd hebben wij zullen herleefd hebben jullie zullen herleefd hebben zij zullen herleefd hebben |
Presente | Pasado |
ik zou herleven jij zou herleven hij zou herleven wij zouden herleven jullie zouden herleven zij zouden herleven |
ik zou herleefd hebben jij zou herleefd hebben hij zou herleefd hebben wij zouden herleefd hebben jullie zouden herleefd hebben zij zouden herleefd hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
herleef |
herleven |
herlevend |
herleefd |
Libros relacionados