Modelo HEFFEN (levantar)
El modelo heffen (levantar) pertenece a los verbos fuertes o irregulares de la clase VII (el cambio de vocal es e – ie – e). Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico. En el plural pasado y en el participio pasado cambian la –f de la raíz por –v:
HEFFEN (levantar) |
|||
|---|---|---|---|
| INDICATIVO | |||
| Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik hef jij heft hij heft wij heffen jullie heffen zij heffen |
ik heb geheven jij hebt geheven hij heeft geheven wij hebben geheven jullie hebben geheven zij hebben geheven |
ik hief jij hief hij hief wij hieven jullie hieven zij hieven |
ik had geheven jij had geheven hij had geheven wij hadden geheven jullie hadden geheven zij hadden geheven |
| Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal heffen jij zal heffen hij zal heffen wij zullen heffen jullie zullen heffen zij zullen heffen |
ik zal geheven hebben jij zal geheven hebben hij zal geheven hebben wij zullen geheven hebben jullie zullen geheven hebben zij zullen geheven hebben |
Presente | Pasado |
ik zou heffen jij zou heffen hij zou heffen wij zouden heffen jullie zouden heffen zij zouden heffen |
ik zou geheven hebben jij zou geheven hebben hij zou geheven hebben wij zouden geheven hebben jullie zouden geheven hebben zij zouden geheven hebben |
||
| PARTICIPIO | |||
| IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
hef |
heffen |
heffend |
geheven |
Libros relacionados
