Modelo GRAVEN (cavar)
El modelo graven (cavar) pertenece a los verbos fuertes o irregulares de la clase VI acabados en –v (el cambio de vocal es a – oe – a). Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico. En el presente e imperativo cambian la –a de la raíz por una doble –aa y la –v cambia a –f en el presente singular, el pasado y el imperativo:
GRAVEN (cavar) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik graaf jij graaft hij graaft wij graven jullie graven zij graven |
ik heb gegraven jij hebt gegraven hij heeft gegraven wij hebben gegraven jullie hebben gegraven zij hebben gegraven |
ik groef jij groef hij groef wij groeven jullie groeven zij groeven |
ik had gegraven jij had gegraven hij had gegraven wij hadden gegraven jullie hadden gegraven zij hadden gegraven |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal graven jij zal graven hij zal graven wij zullen graven jullie zullen graven zij zullen graven |
ik zal gegraven hebben jij zal gegraven hebben hij zal gegraven hebben wij zullen gegraven hebben jullie zullen gegraven hebben zij zullen gegraven hebben |
Presente | Pasado |
ik zou graven jij zou graven hij zou graven wij zouden graven jullie zouden graven zij zouden graven |
ik zou gegraven hebben jij zou gegraven hebben hij zou gegraven hebben wij zouden gegraven hebben jullie zouden gegraven hebben zij zouden gegraven hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
graaf |
graven |
gravend |
gegraven |
Libros relacionados