Modelo GIETEN (verter)
El modelo gieten (verter) pertenece a los verbos fuertes o irregulares de la clase II (el cambio de vocal es ie – oo – o) acabados en –t, por lo que no se añade la desinencia –t de la primera y segunda persona del singular del presente. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico:
GIETEN (verter) |
|||
|---|---|---|---|
| INDICATIVO | |||
| Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik giet jij giet hij giet wij gieten jullie gieten zij gieten |
ik heb gegoten jij hebt gegoten hij heeft gegoten wij hebben gegoten jullie hebben gegoten zij hebben gegoten |
ik goot jij goot hij goot wij goten jullie goten zij goten |
ik had gegoten jij had gegoten hij had gegoten wij hadden gegoten jullie hadden gegoten zij hadden gegoten |
| Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal gieten jij zal gieten hij zal gieten wij zullen gieten jullie zullen gieten zij zullen gieten |
ik zal gegoten hebben jij zal gegoten hebben hij zal gegoten hebben wij zullen gegoten hebben jullie zullen gegoten hebben zij zullen gegoten hebben |
Presente | Pasado |
ik zou gieten jij zou gieten hij zou gieten wij zouden gieten jullie zouden gieten zij zouden gieten |
ik zou gegoten hebben jij zou gegoten hebben hij zou gegoten hebben wij zouden gegoten hebben jullie zouden gegoten hebben zij zouden gegoten hebben |
||
| PARTICIPIO | |||
| IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
giet |
gieten |
gietend |
gegoten |
Libros relacionados
