Modelo GEVOELEN (sentir)
El modelo gevoelen (sentir) pertenece a los verbos débiles o regulares prefijados. Utilizan la desinencia –de para formar el pasado. El participio pasado no añade el prefijo ge-, solo la desinencia –d final:
GEVOELEN (sentir) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik gevoel jij gevoelt hij gevoelt wij gevoelen jullie gevoelen zij gevoelen |
ik heb gevoeld jij hebt gevoeld hij heeft gevoeld wij hebben gevoeld jullie hebben gevoeld zij hebben gevoeld |
ik gevoelde jij gevoelde hij gevoelde wij gevoelden jullie gevoelden zij gevoelden |
ik had gevoeld jij had gevoeld hij had gevoeld wij hadden gevoeld jullie hadden gevoeld zij hadden gevoeld |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal gevoelen jij zal gevoelen hij zal gevoelen wij zullen gevoelen jullie zullen gevoelen zij zullen gevoelen |
ik zal gevoeld hebben jij zal gevoeld hebben hij zal gevoeld hebben wij zullen gevoeld hebben jullie zullen gevoeld hebben zij zullen gevoeld hebben |
Presente | Pasado |
ik zou gevoelen jij zou gevoelen hij zou gevoelen wij zouden gevoelen jullie zouden gevoelen zij zouden gevoelen |
ik zou gevoeld hebben jij zou gevoeld hebben hij zou gevoeld hebben wij zouden gevoeld hebben jullie zouden gevoeld hebben zij zouden gevoeld hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
gevoel |
gevoelen |
gevoelend |
gevoeld |
Libros relacionados