Modelo GEVEN (dar)
El modelo geven (dar) pertenece a los verbos fuertes o irregulares de la clase V (el cambio de vocal es e – a – e). Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico. En presente e imperativo cambia –e > –ee en la mayoría de personas. Como acaba la raíz en –v, esta consonante cambia a –f en el presente de indicativo, en el pasado y en el imperativo:
GEVEN (dar) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Prgevérito |
Pluscuamperfecto |
ik geef jij geeft hij geeft wij geven jullie geven zij geven |
ik heb gegeven jij hebt gegeven hij heeft gegeven wij hebben gegeven jullie hebben gegeven zij hebben gegeven |
ik gaf jij gaf hij gaf wij gaven jullie gaven zij gaven |
ik had gegeven jij had gegeven hij had gegeven wij hadden gegeven jullie hadden gegeven zij hadden gegeven |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal geven jij zal geven hij zal geven wij zullen geven jullie zullen geven zij zullen geven |
ik zal gegeven hebben jij zal gegeven hebben hij zal gegeven hebben wij zullen gegeven hebben jullie zullen gegeven hebben zij zullen gegeven hebben |
Presente | Pasado |
ik zou geven jij zou geven hij zou geven wij zouden geven jullie zouden geven zij zouden geven |
ik zou gegeven hebben jij zou gegeven hebben hij zou gegeven hebben wij zouden gegeven hebben jullie zouden gegeven hebben zij zouden gegeven hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
geef |
geven |
gevend |
gegeven |
Libros relacionados