Modelo DUNKEN (parecer)
El modelo dunken (parecer) pertenece a los verbos irregulares (el cambio de vocal es u – o – o). Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico:
DUNKEN (parecer) |
|||
|---|---|---|---|
| INDICATIVO | |||
| Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik dunk jij dunkt hij dunkt wij dunken jullie dunken zij dunken |
ik heb gedocht jij hebt gedocht hij heeft gedocht wij hebben gedocht jullie hebben gedocht zij hebben gedocht |
ik docht jij docht hij docht wij dochten jullie dochten zij dochten |
ik had gedocht jij had gedocht hij had gedocht wij hadden gedocht jullie hadden gedocht zij hadden gedocht |
| Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal dunken jij zal dunken hij zal dunken wij zullen dunken jullie zullen dunken zij zullen dunken |
ik zal gedocht hebben jij zal gedocht hebben hij zal gedocht hebben wij zullen gedocht hebben jullie zullen gedocht hebben zij zullen gedocht hebben |
Presente | Pasado |
ik zou dunken jij zou dunken hij zou dunken wij zouden dunken jullie zouden dunken zij zouden dunken |
ik zou gedocht hebben jij zou gedocht hebben hij zou gedocht hebben wij zouden gedocht hebben jullie zouden gedocht hebben zij zouden gedocht hebben |
||
| PARTICIPIO | |||
| IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
dunk |
dunken |
dunkend |
gedocht |
Libros relacionados
