Modelo DRINKEN (beber)
El modelo drinken (beber) pertenece a los verbos fuertes o irregulares de la clase III (el cambio de vocal es i – o – o). Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico:
DRINKEN (beber) |
|||
|---|---|---|---|
| INDICATIVO | |||
| Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik drink jij drinkt hij drinkt wij drinken jullie drinken zij drinken |
ik heb gedronken jij hebt gedronken hij heeft gedronken wij hebben gedronken jullie hebben gedronken zij hebben gedronken |
ik dronk jij dronk hij dronk wij dronken jullie dronken zij dronken |
ik had gedronken jij had gedronken hij had gedronken wij hadden gedronken jullie hadden gedronken zij hadden gedronken |
| Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal drinken jij zal drinken hij zal drinken wij zullen drinken jullie zullen drinken zij zullen drinken |
ik zal gedronken hebben jij zal gedronken hebben hij zal gedronken hebben wij zullen gedronken hebben jullie zullen gedronken hebben zij zullen gedronken hebben |
Presente | Pasado |
ik zou drinken jij zou drinken hij zou drinken wij zouden drinken jullie zouden drinken zij zouden drinken |
ik zou gedronken hebben jij zou gedronken hebben hij zou gedronken hebben wij zouden gedronken hebben jullie zouden gedronken hebben zij zouden gedronken hebben |
||
| PARTICIPIO | |||
| IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
drink |
drinken |
drinkend |
gedronken |
Libros relacionados
