Modelo DOEN (hacer)
El modelo doen (hacer) pertenece a los verbos irregulares (el cambio de vocal es oe – ee – aa). Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico:
DOEN (hacer) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik doe jij doet hij doet wij doen jullie doen zij doen |
ik heb gedaan jij hebt gedaan hij heeft gedaan wij hebben gedaan jullie hebben gedaan zij hebben gedaan |
ik deed jij deed hij deed wij deden jullie deden zij deden |
ik had gedaan jij had gedaan hij had gedaan wij hadden gedaan jullie hadden gedaan zij hadden gedaan |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal doen jij zal doen hij zal doen wij zullen doen jullie zullen doen zij zullen doen |
ik zal gedaan hebben jij zal gedaan hebben hij zal gedaan hebben wij zullen gedaan hebben jullie zullen gedaan hebben zij zullen gedaan hebben |
Presente | Pasado |
ik zou doen jij zou doen hij zou doen wij zouden doen jullie zouden doen zij zouden doen |
ik zou gedaan hebben jij zou gedaan hebben hij zou gedaan hebben wij zouden gedaan hebben jullie zouden gedaan hebben zij zouden gedaan hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
doe |
doen |
doend |
gedaan |
Libros relacionados
WordPress Image Gallery Plugin