Modelo BUIGEN (torcer)
El modelo buigen (torcer) pertenece a los verbos fuertes o irregulares de la clase II (el cambio de vocal es ui – oo – o). Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado:
BUIGEN (torcer) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik buig jij buigt hij buigt wij buigen jullie buigen zij buigen |
ik heb gebogen jij hebt gebogen hij heeft gebogen wij hebben gebogen jullie hebben gebogen zij hebben gebogen |
ik boog jij boog hij boog wij bogen jullie bogen zij bogen |
ik had gebogen jij had gebogen hij had gebogen wij hadden gebogen jullie hadden gebogen zij hadden gebogen |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal buigen jij zal buigen hij zal buigen wij zullen buigen jullie zullen buigen zij zullen buigen |
ik zal gebogen hebben jij zal gebogen hebben hij zal gebogen hebben wij zullen gebogen hebben jullie zullen gebogen hebben zij zullen gebogen hebben |
Presente | Pasado |
ik zou buigen jij zou buigen hij zou buigen wij zouden buigen jullie zouden buigen zij zouden buigen |
ik zou gebogen hebben jij zou gebogen hebben hij zou gebogen hebben wij zouden gebogen hebben jullie zouden gebogen hebben zij zouden gebogen hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
buig |
buigen |
buigend |
gebogen |
Libros relacionados