Modelo BLEKEN (blanquear)

El modelo bleken (blanquear) pertenece a los verbos débiles o regulares que acaban en consonante sorda. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales sin ningún cambio. También utilizan la desinencia –te para formar el pasado. Además, la vocal –e de la raíz se transforma en –ee en toda la conjugación excepto en el plural del presente de indicativo, el infinitivo y el participio presente:

BLEKEN (blanquear)

INDICATIVO
Presente Perfecto Pretérito
Pluscuamperfecto

ik bleek

jij bleekt

hij bleekt

wij bleken

jullie bleken

zij bleken

ik heb gebleekt

jij hebt gebleekt

hij heeft gebleekt

wij hebben gebleekt

jullie hebben gebleekt

zij hebben gebleekt

ik bleekte

jij bleekte

hij bleekte

wij bleekten

jullie bleekten

zij bleekten

ik had gebleekt

jij had gebleekt

hij had gebleekt

wij hadden gebleekt

jullie hadden gebleekt

zij hadden gebleekt

Futuro
Futuro perfecto CONDICIONAL

ik zal bleken

jij zal bleken

hij zal bleken

wij zullen bleken

jullie zullen bleken

zij zullen bleken

ik zal gebleekt hebben

jij zal gebleekt hebben

hij zal gebleekt hebben

wij zullen gebleekt hebben

jullie zullen gebleekt hebben

zij zullen gebleekt hebben

Presente Pasado

ik zou bleken

jij zou bleken

hij zou bleken

wij zouden bleken

jullie zouden bleken

zij zouden bleken

ik zou gebleekt hebben

jij zou gebleekt hebben

hij zou gebleekt hebben

wij zouden gebleekt hebben

jullie zouden gebleekt hebben

zij zouden gebleekt hebben

PARTICIPIO
IMPERATIVO INFINITIVO Presente Pasado

bleek

bleken

blekend

gebleekt

Libros relacionados

WordPress Image Gallery Plugin


Deja un comentario