Modelo BIJTEN (morder)
El modelo bijten (morder) pertenece a los verbos fuertes o irregulares de la clase I (el cambio de vocal es ij – ee – e) acabados en –t, por lo que no se añade la desinencia –t de la primera y segunda persona del singular del presente. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico:
BIJTEN (morder) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik bijt jij bijt hij bijt wij bijten jullie bijten zij bijten |
ik heb gebeten jij hebt gebeten hij heeft gebeten wij hebben gebeten jullie hebben gebeten zij hebben gebeten |
ik beet jij beet hij beet wij beten jullie beten zij beten |
ik had gebeten jij had gebeten hij had gebeten wij hadden gebeten jullie hadden gebeten zij hadden gebeten |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal bijten jij zal bijten hij zal bijten wij zullen bijten jullie zullen bijten zij zullen bijten |
ik zal gebeten hebben jij zal gebeten hebben hij zal gebeten hebben wij zullen gebeten hebben jullie zullen gebeten hebben zij zullen gebeten hebben |
Presente | Pasado |
ik zou bijten jij zou bijten hij zou bijten wij zouden bijten jullie zouden bijten zij zouden bijten |
ik zou gebeten hebben jij zou gebeten hebben hij zou gebeten hebben wij zouden gebeten hebben jullie zouden gebeten hebben zij zouden gebeten hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
bijt |
bijten |
bijtend |
gebeten |
Libros relacionados