Modelo BEVELEN (ordenar)
El modelo bevelen (ordenar) pertenece a los verbos fuertes o irregulares de la clase IV con prefijo inseparable (el cambio de vocal es e – a – o). Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales con el cambio vocálico. En presente e imperativo cambia –e > –ee en la mayoría de personas:
BEVELEN (ordenar) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik beveel jij beveelt hij beveelt wij bevelen jullie bevelen zij bevelen |
ik heb bevolen jij hebt bevolen hij heeft bevolen wij hebben bevolen jullie hebben bevolen zij hebben bevolen |
ik beval jij beval hij beval wij bevalen jullie bevalen zij bevalen |
ik had bevolen jij had bevolen hij had bevolen wij hadden bevolen jullie hadden bevolen zij hadden bevolen |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal bevelen jij zal bevelen hij zal bevelen wij zullen bevelen jullie zullen bevelen zij zullen bevelen |
ik zal bevolen hebben jij zal bevolen hebben hij zal bevolen hebben wij zullen bevolen hebben jullie zullen bevolen hebben zij zullen bevolen hebben |
Presente | Pasado |
ik zou bevelen jij zou bevelen hij zou bevelen wij zouden bevelen jullie zouden bevelen zij zouden bevelen |
ik zou bevolen hebben jij zou bevolen hebben hij zou bevolen hebben wij zouden bevolen hebben jullie zouden bevolen hebben zij zouden bevolen hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
beveel |
bevelen |
bevelend |
bevolen |
Libros relacionados
WordPress Image Gallery Plugin