Modelo BERADEN (considerar)

El modelo beraden (considerar) pertenece a los verbos débiles o regulares con prefijos inseparables que tienen una –a en la raíz. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales sin ningún cambio. Cambian la –a de la raíz por –aa en la mayoría de personas del presente y del pasado. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. Es una conjugación mixta porque el participio pasado se forma igual que el de los verbos fuertes:

BERADEN (considerar)

INDICATIVO
Presente Perfecto Pretérito
Pluscuamperfecto

ik beraad

jij beraadt

hij beraadt

wij beraden

jullie beraden

zij beraden

ik heb beraden

jij hebt beraden

hij heeft beraden

wij hebben beraden

jullie hebben beraden

zij hebben beraden

ik beraadde

jij beraadde

hij beraadde

wij beraadden

jullie beraadden

zij beraadden

ik had beraden

jij had beraden

hij had beraden

wij hadden beraden

jullie hadden beraden

zij hadden beraden

Futuro
Futuro perfecto CONDICIONAL

ik zal beraden

jij zal beraden

hij zal beraden

wij zullen beraden

jullie zullen beraden

zij zullen beraden

ik zal beraden hebben

jij zal beraden hebben

hij zal beraden hebben

wij zullen beraden hebben

jullie zullen beraden hebben

zij zullen beraden hebben

Presente Pasado

ik zou beraden

jij zou beraden

hij zou beraden

wij zouden beraden

jullie zouden beraden

zij zouden beraden

ik zou beraden hebben

jij zou beraden hebben

hij zou beraden hebben

wij zouden beraden hebben

jullie zouden beraden hebben

zij zouden beraden hebben

PARTICIPIO
IMPERATIVO INFINITIVO Presente Pasado

beraad

beraden

beradend

beraden

Libros relacionados



Deja un comentario