Modelo BEGROTEN (presupuestar)
El modelo begroten (presupuestar) pertenece a los verbos débiles o regulares prefijados acabados en –t. La vocal –o de la raíz pasa a –oo en el singular del presente de indicativo, en el imperativo, en el pasado y en el participio pasado. También utilizan la desinencia –te para formar el pasado. El participio pasado no añade ni el prefijo ge– ni la desinencia –t final:
BEGROTEN (presupuestar) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik begroot jij begroot hij begroot wij begroten jullie begroten zij begroten |
ik heb begroot jij hebt begroot hij heeft begroot wij hebben begroot jullie hebben begroot zij hebben begroot |
ik begrootte jij begrootte hij begrootte wij begrootten jullie begrootten zij begrootten |
ik had begroot jij had begroot hij had begroot wij hadden begroot jullie hadden begroot zij hadden begroot |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal begroten jij zal begroten hij zal begroten wij zullen begroten jullie zullen begroten zij zullen begroten |
ik zal begroot hebben jij zal begroot hebben hij zal begroot hebben wij zullen begroot hebben jullie zullen begroot hebben zij zullen begroot hebben |
Presente | Pasado |
ik zou begroten jij zou begroten hij zou begroten wij zouden begroten jullie zouden begroten zij zouden begroten |
ik zou begroot hebben jij zou begroot hebben hij zou begroot hebben wij zouden begroot hebben jullie zouden begroot hebben zij zouden begroot hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
begroot |
begroten |
begrotend |
begroot |
Libros relacionados