Modelo AANWEVEN (entretejer)
El modelo aanweven (entretejer) pertenece a los verbos débiles o regulares con sufijo separable que tienen una –e y una –v en la raíz. Estos verbos eliminan la desinencia –en de infinitivo y añaden las terminaciones de todos los tiempos verbales. En la mayoría de personas cambian la –e de la raíz por la –ee doble y la –v de la raíz por –f. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. Es una conjugación mixta porque el participio pasado se forma igual que el de los verbos fuertes:
AANWEVEN (entretejer) |
|||
---|---|---|---|
INDICATIVO | |||
Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik weef aan jij weeft aan hij weeft aan wij weven aan jullie weven aan zij weven aan |
ik heb aangeweven jij hebt aangeweven hij heeft aangeweven wij hebben aangeweven jullie hebben aangeweven zij hebben aangeweven |
ik weefde aan jij weefde aan hij weefde aan wij weefden aan jullie weefden aan zij weefden aan |
ik had aangeweven jij had aangeweven hij had aangeweven wij hadden aangeweven jullie hadden aangeweven zij hadden aangeweven |
Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal aanweven jij zal aanweven hij zal aanweven wij zullen aanweven jullie zullen aanweven zij zullen aanweven |
ik zal aangeweven hebben jij zal aangeweven hebben hij zal aangeweven hebben wij zullen aangeweven hebben jullie zullen aangeweven hebben zij zullen aangeweven hebben |
Presente | Pasado |
ik zou aanweven jij zou aanweven hij zou aanweven wij zouden aanweven jullie zouden aanweven zij zouden aanweven |
ik zou aangeweven hebben jij zou aangeweven hebben hij zou aangeweven hebben wij zouden aangeweven hebben jullie zouden aangeweven hebben zij zouden aangeweven hebben |
||
PARTICIPIO | |||
IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
weef aan |
aanweven |
aanwevend |
aangeweven |
Libros relacionados