Modelo AANDURVEN (atreverse)
El modelo aandurven (atreverse) pertenece a los verbos débiles o regulares que tienen un prefijo separable y acaban en consonante –v. Estos verbos cambian la consonante de la raíz –v a la consonante –f en la mayoría de personas. También utilizan la desinencia –de para formar el pasado. El prefijo se separa del verbo en presente y pasado en una oración principal, pero una oración subordinada permanecen unidos. La desinencia ge– del participio se une entre el prefijo separable y la raíz verbal:
AANDURVEN (atreverse) |
|||
|---|---|---|---|
| INDICATIVO | |||
| Presente | Perfecto | Pretérito |
Pluscuamperfecto |
ik durf aan jij durft aan hij durft aan wij durven aan jullie durven aan zij durven aan |
ik heb aangedurfd jij hebt aangedurfd hij heeft aangedurfd wij hebben aangedurfd jullie hebben aangedurfd zij hebben aangedurfd |
ik durfde aan jij durfde aan hij durfde aan wij durfden aan jullie durfden aan zij durfden aan |
ik had aangedurfd jij had aangedurfd hij had aangedurfd wij hadden aangedurfd jullie hadden aangedurfd zij hadden aangedurfd |
| Futuro |
Futuro perfecto | CONDICIONAL | |
ik zal aandurven jij zal aandurven hij zal aandurven wij zullen aandurven jullie zullen aandurven zij zullen aandurven |
ik zal aangedurfd hebben jij zal aangedurfd hebben hij zal aangedurfd hebben wij zullen aangedurfd hebben jullie zullen aangedurfd hebben zij zullen aangedurfd hebben |
Presente | Pasado |
ik zou aandurven jij zou aandurven hij zou aandurven wij zouden aandurven jullie zouden aandurven zij zouden aandurven |
ik zou aangedurfd hebben jij zou aangedurfd hebben hij zou aangedurfd hebben wij zouden aangedurfd hebben jullie zouden aangedurfd hebben zij zouden aangedurfd hebben |
||
| PARTICIPIO | |||
| IMPERATIVO | INFINITIVO | Presente | Pasado |
durf aan |
aandurven |
aandurvend |
aangedurfd |
Libros relacionados
